Goden en Godinnen in verschillende Pantheons

 

Binnen het paganisme vindt je polytheïsme. Het geloven in meerdere Goden en Godinnen. Vaak staan deze Goden en Godinnen in nauw verband met de natuur en krachten in de natuur.  Polytheïsme zou afgeleidt zijn van animisme. Animisme is afgeleid van het Latijnse woord anima wat geest of ziel betekend. Animisme is het filosofisch, religieus of spiritueel concept waarbij niet alleen de mens een ziel heeft, maar ook planten, stenen of natuurlijke fenomenen als bijvoorbeeld de wind, de zee en een onweersbui.

Naast polytheïsme heb je monotheïsme, het geloof in 1 God.  

Ineke Bergman beschrijft in haar boek :'Godinnen van eigen bodem', acht godinnen die corresponderen met het jaarwiel. Het zijn godinnen die vergeten zijn, maar die in onze streken aanbeden werden. Ineke Bergman beschrijft in haar boek hoe je weer in contact kunt komen met deze godinnen. Ook heeft zij een gelijknamige facebookpagina waarop zij e.a. verteld over deze Godinnen.

 

Ik krijg regelmatig de vraag of je perse goden en godinnen moet eren. Nee dat hoeft dus niet. Je bent helemaal vrij in je keuze om te werken met goden en godinnen.

 

 

 

In de Lage Landen ten tijden van de IJzertijd was er een uitgebreid pantheon van Goden en Godinnen. In Friesland, Twente, Gelderland kun je nog verwijzingen vinden naar deze tijd. Ook zijn er in deze delen van Nederland veel voorwerpen teruggevonden met verwijzingen naar Goden en Godinnen. Ook in Zeeland is veel teruggevonden.

 

Een aantal Goden en Godinnen:

 

Godin Hlunda,

In 1888 werd tijdens het afgraven van een Terp vlakbij het Friese dorp Beetgum een votiefsteen gevonden (een votiefsteen is een steen die gebruikt werd om dank te brengen voor bijvoorbeeld het behouden terug brengen van mannen na visserij en zeevaart). De inscriptie erop luidt (vertaald uit het Latijn): "Aan de godin Hludana hebben de pachters van de visserij, toen Quintus Valerius Secundus de hoofdpachter was, hun gelofte betaald, vrijwillig en naar verdiensten."  Hlunda is mogelijk een Godin van de visserij maar kan ook verband houden met Hlodyn en de moeder van Donar zijn.

 

Godin Sandraudiga,

De naam van de Godin wordt gewoonlijk vertaald met "Zandrode", of Godin van het Zandland. De naam zou later tot Zundert verbasterd zijn (wat onwaarschijnlijk is, daar Zundert "slechts" 850 jaar oud is, en de steen dubbel zo oud). Het is niet geheel duidelijk wat er mee wordt bedoeld. Een Godin van rood zand, of van een zandrode, waarbij de rode verwijst naar gerooid bos? Het enige wat van de Godin bekend is, is een altaarsteen. Het enige wetenschappelijke bewijs van haar bestaan. Deze steen verwijst met de decoraties niet naar ijzerwinning, taxus of oorlog. Daarom lijkt het voor de hand liggend dat het eerder om een vruchtbaarheidsgodin of oogstgodin gaat. Het kan dus heel goed een aarde-Godin zijn, waarbij zij is genoemd naar de kleur van de aarde ter plaatse, namelijk het roestrood van het zand in de beekdalen.
Als het altaar in de buurt van de tempel is gevonden zal deze, gezien de plaatselijke bodemgesteldheid, waarschijnlijk op de iets verhoogde oever van het Beekdal hebben gestaan.

 

Godin Baduhenna

De Romeinse schrijver Tacitus beschrijft een heilig bos in Friesland wat gewijd was aan de Godin Baduhenna, zij zou een Friese oorlogsgodin zijn.

 

Godin Nehelennia is een zeer bekende en invloedrijke Godin van de Lage Landen, vooral in Zeeland zijn er veel dingen gevonden die naar Nehelennia verwijzen. Zij zou de Godin van de zee, handel, dood en vruchtbaarheid zijn. Zij wordt vaak afgebeeld op een troon met aan haar voeten een hond. Niet alleen de Lage land bewoners eerden Nehelenia maar ook de Romeinen eerden haar.

In 1647 worden bij Domburg resten van een Romeinse Nehelennia tempel gevonden. Rond 1970 worden vele altaarstenen en restanten van een gebouw opgevist uit de Oosterschelde. Daaruit blijkt dat bij Colijnsplaat een tempel voor Nehelennia heeft gestaan. De altaarstenen zijn bijna allemaal gewijd aan de Zeeuwse godin. Nehelennia wordt op de stenen meestal zittend afgebeeld in een lang gewaad. Vaak zijn ook vruchten en een hond als vaste onderdelen te zien op de altaren. De tekst op altaarstenen geeft meestal aan wie ze heeft laten maken en waarom.

 

Godin Tanfana

Zij zou de Godin van de vruchtbare akker zijn. Vooral in het gebied rondom Twente werd zij vereerd.  Zij zou een Tempel hebben gehad.

De gouden beker van Tanfana
Volgens een andere Twentse sage zou in de tempel van Tanfana, waar de godin haar orakeltaal liet horen, de bezoekers heilzaam water uit een gouden beker hebben gedronken. Dit water was uit een nabijgelegen heilige bron afkomstig, die 'de beker' wordt genoemd. Bij deze bron huisden Tanfana’s helpers, de Witte Wieven en natuurwezens zoals de aardmannetjes, elfen, kabouters en kobolden. Deze natuurwezens, die Tanfana bijstonden, werden in de Germaanse tijd als een soort van huisdieren beschouwt. Men kon hen beter te vriend houden. Daarom werden zij met kleine offers vereerd. Temeer omdat zij de bewakers waren van de Gouden Tanfana beker, die overvloed en vruchtbaarheid in de streek bracht.

Al deze Godinnen hebben gemeen dat zij in de vergetelheid zijn geraakt toen de Heksenvervolgingen begonnen. Ten tijde van de Romeinen werden er veel votief of altaarstenen gemaakt voor deze Godinnen die een link hebben in het Keltische en Germaanse. Zij maakten deel uit van het oer geloof wat in die tijden in de Lage Landen werd beleefd. In dit oergeloof stonden de wisselingen van de jaargetijden centraal, eerbied voor de natuur etc. Dankzij de stenen altaren die de Romeinen hebben gemaakt samen met hun verhalen zijn zij, misschien op de achtergrond, bekend gebleven.

 

 

Grieks/Romeins Pantheon:

In de Theogonia van Hesiodus werd beschreven hoe er eerst chaos heerste voordat de aarde ontstond. Voordat er een aarde was bestond er slechts chaos, een zwarte afgrond die gevuld was met nevel en donkere wolken. Uit chaos ontstonden drie oergoden: Gaia (aarde), Tartaros (de donkere afgrond onder de aarde) en Eros (de liefde).

Gaia baarde drie dingen: de gebergten, de zee en de hemel. Uit de verbinding tussen aarde en hemel ontstonden de Titanen, drie Cyclopen en drie honderd-armige reuzen. Ouranos, de vader van deze schepsels, haatte zijn kinderen. Hij vermoordde hen en verbande hen naar de Tartaros. Gaia kon dit niet aanzien en overtuigde één van zijn zonen, de Titaan Kronos, om hem van de troon te stoten. Uit de bloeddruppels van de gewonde Ouranos die op de grond vielen, ontstonden de Erinyen (furiën, wraakgodinnen) de vreselijke Giganten (reuzen) en de Melische nimfen, die zowel zegen als vloek brachten.

Nadat Kronos zijn broers had bevrijd uit de Tartaros trouwde hij met zijn zus Rheia. Die schonk hem drie dochters: Hestia, Demeter en Hera. En twee zonen Hades en Poseidon. Kronos vreesde echter dat zijn kinderen hem, net als hij bij zijn vader had gedaan, van de troon zouden stoten. Daarom verslond hij elk kind direct nadat het geboren was. Zijn vrouw wilde toch een kind baren dat vrij zou kunnen leven. Toen ze op het punt stond om het zesde kind te baren, ging ze naar Kreta waar ze het kind verstopte in de bergen. Haar man gaf ze een steen gewikkeld in doeken die hij meteen verslond.

Zeus groeide op in zijn schuilplaats en werd er gezoogd door de geit Amalthea. Alles ging voorspoedig. Toen hij volwassen was geworden, ging hij naar zijn vader en dwong hem zijn broers en zussen weer uit te braken. Toen zijn vader dit had gedaan, ging hij samen met zijn broers en zussen de strijd aan met Kronos en de Titanen. Zeus kreeg echter ook hulp van een aantal Titanen. Kronos had een aantal van hen verbannen en deze Titanen wilden nu ook wraak nemen. Zeus en zijn broers en een aantal Titanen lagen gelegerd op de Olympus. De vijand Kronos lag met de rest van de Titanen gelegerd op Othrys. Zeus wist met de door deTitanen gesmede bliksemschichten de vijand in de Tartaros te krijgen.

Volgens Griekse bronnen vond er uiteindelijk een verzoening plaats van de Olympiërs met de Titanen, die genade kregen van Zeus en samen met hun heerser Kronos werden overgeplaatst naar de Eilanden der Gelukzaligen. De Titanen die in de strijd om de wereldheerschappij samen met hun kinderen de zijde van de Olympiërs hadden gekozen, onder andere Okeanos en Themis, konden hun oude aanzien en rechten behouden.

 

De kinderen van Zeus:

Samen met Hera kreeg hij Ares, de oorlogsgod. Zeus dochter, de godin van de liefde en de schoonheid Aphrodite, steeg op uit het schuim van de zee. Hera schonk hem Hephaistos, de god van de smeedkunst, die de macht van het vuur wist te temmen. Bij Leto, een dochter van de Titaan Koios kreeg Zeus twee kinderen: Apollo, de god van welvaren en ordening, beschermheer van de wet en van alles wat goed en schoon is in de natuur en bij de mensen, en Artemis, een beschermende en heilbrengende godin van de natuur. Beiden waren zij ongehuwd. Zeus zoon Herakles werd op aarde geboren. Bij Leda verwekte hij de tweeling Castor en Pollux en hun zusje Helena, die een grote rol speelde in de Trojaanse oorlog. Ook de sterveling Tantalos, koning van Lydië, was (waarschijnlijk) een zoon van hem. Tenslotte was daar Pallas Athene, Zeus lievelingsdochter, de godin van de wijsheid, want zij was, nadat hij de godin Metis had opgeslokt, uit zijn hoofd ontsproten. Zij was daarom een machtige en wijze leidster en beschermvrouw van staten en steden in oorlog en vrede. Dionysos was ook een zoon van Zeus. Dionysos werd geboren uit de heup van Zeus. Dionysos is de god van de wijn en de ontspanning. Bij de sterfelijke Danaë, verwekte hij Perseus. Deze werd later beroemd door zijn gevecht met Medusa, waarin hij haar onthoofdde

 

Overeenkomsten van Griekse en Romeinse Goden

Grieks

Romeins

Zeus

Jupiter

Artemis

Diana

Ares

Mars

Pallas Athene

Minerva

Poseidon

Neptunus

 

 

Noorse Pantheon

In het begin was er niets behalve de gapende leegte, de Oerruimte, het Ginungagap. Met in het noorden de ijswereld Niflheim en in het zuiden de vuurwereld Muspellheim.
In Niflheim was een bron genaamd Hvergelmir ofwel de Ruisende Ketel. Uit deze bron stroomden twaalf stromen. Zij droegen de verzamelnaam Elivágar, en afzonderlijk waren zij Svöl, Gunurd, Formfimbul, Þul, Slíd, Hríd, Sylg, Ylg, Víd, Leiptr en Gjöll genoemd.

Muspellheim was heet en licht en onbegaanbaar voor mensen en andere wezens, behalve voor hen die afstammen van Muspell zelf. Surt, of Zwart bewaakt de ingang. Hij woont daar met zijn volk. De poort wordt bewaakt door Surt en zijn vlammend zwaard. Surt speelt een cruciale rol in het einde van de wereld.

De Elivágar stroomden weg van de Ruisende Ketel Hvergelmir. Zij kwamen in ijzige koude terecht waardoor zij bevroren. De waterdamp die uit deze massa opsteeg sloeg op de rivieren neer en bevroor tot rijp. De ene laag zette zich af op de andere en zo groeide de ijslaag in de Oerruimte.

Alles van Niflheim was koud en vreselijk, terwijl alles in de buurt van Muspellheim heet en licht was. In de Oerruimte was een luwte en daar begon de rijp te smelten en te druppelen toen de hete gloed de rijp bereikte. Door de kracht van degene die deze hitte zond begonnen de druppels te leven en namen zij de vorm aan van een man. Een vreselijk wezen was dit. Maar men moet bedenken dat dit het eerste levende wezen was in de chaotische wereld, en dat hij ons aller stamvader was. Althans, zo zagen de Germanen hem. Ymir werd dit wezen genoemd, de rijpreus. Zijn nageslacht, de Þursen en Joten noemde hem Aurgelmir. Ymir zweette in zijn slaap, en uit dat zweet kwamen een man en een vrouw. Zij waren de stamouders van de Jötun.

Waar de rijp druppelde ontstond een koe, Audhumla. Uit haar spenen stroomden vier melkrivieren. Met deze stromen voedde zij Ymir. Audhumla voedde zich met de zilte rijpstenen. De eerste dag dat zij aan de steen likte kwam daar tegen de avond een haardos tevoorschijn. De volgende avond was ook de romp verschenen. Tegen de avond van de derde dag was daar een man verschenen, Búri heette hij.  Búri kreeg een zoon genaamd Bor. Bor trouwde een zekere Bestla, dochter van Bolþorn. Uit hun huwelijk kwamen drie zonen: Odin, Vili en Vé. Uit hen ontstonden de Noordse goden, (de Asen en de Wanen).

 

Odin,

de oppergod en Heerser van Asgaard. Hij is de zoon van Borr en Bestla. Samen met zijn broers Vili en Ve is het Odin die de wereld waar de mensen kunnen wonen (Midgaard) heeft geschapen uit het lichaam van de reus Ymir.
Odin wordt gezien als de God van wijsheid. Behalve de God van wijsheid is hij ook de God van oorlog. Hij trok ten strijde op zijn paard Sleipnir en had zijn speer Gungnir welke nooit zijn doel miste. Op zijn schouders zaten de twee raven Munin (gedachte) en Hugin (geheugen).
Odin is getrouwd met Frigg en heeft vele kinderen waar de god Thor de bekendste van is.
Odin zal uiteindelijk sneuvelen als hij wordt gedood door de wolf Fenrir, één van de kinderen van de god Loki.

 

Frigg is de vrouw van Odin en de moeder van Baldr en Hodr en de stiefmoeder van Thor. Frigg wordt beschouwd als de “eerste onder de godinnen” en koningin van de Asen (de volgelingen van Odin). Frigg is de godin van het huwelijk, het moederschap, de vruchtbaarheid, de liefde en de seksualiteit. Ook heeft zij de gave tot voorspelling, maar ze weigert die kennis met anderen te delen. Samen met Odin zit zij op Hlidskjalf, de troon die overzicht geeft over het hele universum.

 

Thor is de god van de donder. Toen Thor nog een kind was, was hij zeer onhandelbaar en werd hij opgevoed door twee bliksemgeesten, namelijk Vingir en Hlora. Thor is gek op vechten met reuzen. Deze doodt hij met zijn strijdhamer Mjollnir. Als Thor ten strijde trekt rijdt hij in een strijdwagen die getrokken wordt door twee geiten. Tijdens Ragnarok, de strijd die het einde en de wedergeboorte van de wereld zal betekenen, zal Thor strijden tegen de reuzenslang Jormungandr. Hij zal de slang doden maar zelf door het gif van Jormungandr sterven.

 

Onder de Asen is Loki bekend als een onruststoker. De andere Goden nemen aan dat het onrust stoken komt omdat hij het kind is van de reuzen Farbauti en Laufey. Loki kon zichzelf in vele gedaantes veranderen waarmee hij dan andere goden en reuzen voor de gek houdt. Tijdens één van de gedaanteverwisselingen verwekt hij Sleipnir, het paard van Odin. Ook verwerkte hij Fenrir de wolf, Jormungandr de slang en Hel. Hel werd de koningin van de onderwereld die later weer naar haar vernoemd werd. Tijdens een feestmaal beledigt Loki de andere aanwezige Goden. Deze Goden pikken het gedrag van Loki niet en ze besluiten hem gevangen te nemen.

 

De Asen zijn de volgelingen van Odin zij staan tegenover de Wanen. Deze beide Godenfamilies zijn ontstaan nadat Odin, Vili en Ve de wereld hadden geschapen. Odin was nog niet tevredennmaar zijn broers wel. Zij wilden liever rondtrekken in hun schepping. Zo zijn de twee godengeslachten ontstaan.

Later zouden er ruzies tussen beide families ontstaan. Onder andere omdat de Asen een muur wilden bouwen om Asgard te beschermen. De Wanen wilden dit niet omdat dit hun vrije doorgang zou belemmeren (de Wanen trokken namelijk rond, zij bleven niet op één plaats). Zo ontstond er een oorlog tussen de Asen en de Wanen.

Asgard is de plek waar de Asen en Asinen woonden. Asgard is een soort bovenwereld. Daarnaast heb je de Middenwereld, Midgaard waar de sterfelijken/mensen wonen. De verbinding wordt gemaakt door de regenboogbrug Bifrost. Nilfheim is het rijk der doden of het rijk der nevelen. Yggdrasil is de wereldboom in Asgard.

 

De Wanen zijn de volgelingen van Vili en Ve, Kvasir wordt op een gegeven moment in het leven geroepen om te zorgen dat er een verzoening komt tussen de Wanen en de Asen. Ook worden er Asen en Wanen onderling uitgewisseld, zo gaat Njord met zijn dochter Freya en zoon Freyr naar de Asgard en is Honir met de Wanen gaan rondtrekken.

 

Asen

Wanen

Odin (Oppergod)

Freyja (Godin vruchtbaarheid)

Thor (God van aarde en donder)

Freyr (God van sexualiteit)

Baldr (Zoon van Odin en Frigga, God van licht en lente)

Gullveig (Godin die goed kon voorspellen en magische handelingen kon, zij werd door de Asen driemaal verbrand maar bleef leven)

Forseti (God van waarheid en gerechtigheid)

Ran (Zeegodin die drenkelingen redde)

Tyr (God van gerechtigheid)

Atla (Dochter van Ran en tevens watergodin en haar naam is aan de ATLAntische oceaan gegeven)

Ull (God van de jacht)

Njoror (God van de vruchtbare kust, zeilen en zeemanschap)

De Wanen worden in verband gebracht met vruchtbaarheid, de zee en overvloed. De Wanen worden ook wel Alven genoemd en misschien komt daar ook de naam Elfen vandaan. Ook is er een theorie dat de Alven of Elven al eerder bestonden en geleidelijk aan zin geïntroduceerd als Wanen.

 

Keltisch Pantheon enkele voorbeelden van Goden en Godinnen.

  • Cernunnos. De grote jager, de gehoornde, heer van dieren en natuur hij bewaakt de poorten van de onderwereld. Zijn symbool is de slang.
  • Brighid is een drievoudige Godin, Godin van poezie, smederij en genezing. Ze wordt geassocieerd met het lammerseizoen, het jonge leven, haar feest is Imbolc. Haar Romeinse equivalent is Minerva.
  • Epona. De naam Epona is afgeleid van het Keltische woord voor paard, Epona beheerst de krachten van vruchtbaarheid en voeding. Zij is een beschermende en begeleidende Godin.
  • Lugh staat voor kunst, reizen en handel. Hij is de God van het licht maar ook van oorlog. Zijn symbool is een brandende speer en zijn tegenhanger is de Griekse God Apollo
  • Morrigan is de Godin van de oorlog maar ook van sexualiteit. Ze komt vaak in de gedaante van een kraai en wordt dan Badb Catha genoemd of oorlogskraai, ze is een drievoudige Godin die bestaat uit de Badb, Macha en Nemain. Morrigan betekend grote Koningin
  • Arianrhod is de grote weefster, zij weeft de relaties tussen leven en creatie en is zij is de Godin van initiatie, zij heerst in tussenfases tussen incarnaties en weeft de verbindingen. Haar Griekse tegenhanger is Ariadne.
  • Cerridwen is de wijze moederGodin, zij heeft twee kinderen licht en donker, haar symbool is de zeug die staat voor vruchtbaarheid en aarde. Zij beheert de ketel van wijsheid, kennis en inspiratie. Profetieën zijn een geschenk van deze Godin
  • Taranis is de God van de donder, Taran betekend in het Welsh nog steeds donder. Hij was ook de God van kennis en magie.